Het trendy magazine over wonen, interieur, tuinen en design

Eén gebouw twee stijlen

Landelijk is het een uitdaging: nieuwe bestemmingen aan veelal monumentale watertorens geven. Een architectenbureau nam in Nieuw-Lekkerland de uitdaging aan. Het bureau maakte geen woning van het kenmerkende bouwwerk, maar zorgde ervoor dat er gewoond kon worden in de 100-jaar oude waterreservoirtoren. Met als resultaat: een tweetal appartementen met elk drie verdiepingen.

“Het was een uitdaging en een meerjarenplan”, vertelt bewoonster Arianne de Jong. “We lazen in de krant dat dit markante pand te koop stond. Die kans wilden we niet aan ons voorbij laten gaan. In 2011 kochten we per veiling de watertoren. In 2014 hadden we alle vergunningen binnen en in juli 2015 namen we onze intrek”, vervolgt ze. Een lang proces dus, voorafgegaan door een geschiedenis met het gebouw. “In mijn jeugd speelde ik veel rondom de watertoren”, vult haar man Lennart aan. “En in de toren zelf. Er stond altijd wel een raampje open”, grapt Arianne. “Het is dus wel een jongensdroom om hier te wonen”, besluit Lennart.

Op eigen kracht
Toen het monumentale pand in de verkoop ging, wisten Lennart en Arianne dat familie De Jong in de watertoren thuis hoorde. Want zo’n groot complex was zelfs voor een (toekomstig) gezin te groot. Samen met neef Sven de Jong wilden ze de uitdaging wel aangaan: hun droomhuis realiseren met uitzicht over de Alblasserwaard. “Het was aardig wat werk, maar gelukkig zijn de mannen handig en zit mijn familie in de bouw”, laat Svens vrouw Jannali Blokland weten. “Eigenhandig verbouwden we de twee woningen.”
Met alleen buitenmuren, één betonnen vloer halverwege het gebouw en flink wat buizen als canvas gingen de twee stellen aan de slag. De karakteristieke industriële sfeer bleef de leidraad in beide appartementen. Desalniettemin werden het geen replica’s van elkaar.

Fabriek meets werelds
De eerste, tweede en derde verdieping, de woonlagen van Sven en Jannali, heeft een eclectische sfeer. Kleur en unieke stukken breken het strakke interieur. “Het is een work in progress”, aldus het meesterbrein achter de inrichting. “Stukken die we op onze reizen meenemen geven het een persoonlijke touch. Vide greniers, antiekmarkten in Frankrijk, bezoeken we met regelmaat.”
Het resultaat is een fleurige binnenhuisarchitectuur met authentieke objecten. Antieke serviezen, een hertenkop en een collage van bloemenschilderijen zijn een paar voorbeelden van Jannali’s veelzijdige smaak. “Een stuk met een verhaal is het oude olievat dat we voor onze tweejarige dochter Jerah als verschoningstafel gebruiken. Met stellingen moest het loodzware ding naar binnen gehesen worden. Die mag van Sven dus voorlopig de deur niet uit.”
Jannali’s favoriete plek is misschien toch wel het bad. Het echtpaar heeft een loft-achtige slaapkamer met een ‘en suite’ badkamer (aaneengesloten, zonder muren, red.). Vanuit de vintage badkuip heeft ze een vrij uitzicht over de polder. “Misschien iets te vrij”, ligt Jannali toe. “Momenteel hebben we simpele gordijnen hangen voor onze privacy. Uiteindelijk willen we jaloezieën ophangen. Zo hebben we toch licht, maar maken we afgeschermd gebruik van onze badkamer.”
Ook het weidse uitzicht over de Lek zou ze voor geen goud willen missen. “Het grappige is dat we hebben gedobbeld om wie welke woonlagen kreeg. Diegenen met het hoogst aantal punten uit tien keer dobbelen, kreeg de hoogste verdiepingen.” Het lot bedeelde Sven en Jannali met de eerste drie etages. “Nu zitten we vaak vanaf onze bank te genieten van de zonsopkomst boven de rivier.”

Industrieel met een landelijke touch
Met het hoogst aantal ogen belandden Lennart en Arianne bovenin de watertoren. Op de bovenste verdiepingen hebben zij het industriële karakter aangevuld met landelijke invloeden. Geheel in sfeer met het grote uitzicht op de polder dus.
“We waren er snel over uit welke stijl we wilden”, vertelt Arianne. “We zijn wat dat betreft veel hetzelfde.” Hun drie verdiepingen stralen rust uit in neutrale tinten. “De muur in de woonkamer hadden we eerst blauw geverfd, maar door het licht dat we uit ons grote raam krijgen leek het babyblauw. De wand kreeg een tweede verfbeurt en kleurde lichtgrijs.” Complimenterend bij het betonnen aanrecht.
“Het landelijke laten wij graag zien in een mix van ouderwets en natuurlijk. Uiteraard is ons interieur nog niet af, zo iets moet groeien.” Letterlijk en figuurlijk. Het houten babyschommeltje dat aan een zwarte stalen constructie hangt is bijvoorbeeld zo’n mooie toevoeging. “De boerderijdeur die we hebben is ook wel zo veilig. Doordat we de onderste helft kunnen dichtklappen, kan frisse lucht binnen komen terwijl de kinderen niet de hort op kunnen.”
De lift middenin de watertoren is ook een noviteit. “Toen wij hier net woonden was ik zwanger. Maar met een tweede op komst en een kleintje was een lift toch wel fijn. Het was echt niet te doen.” Met een uitzicht op de polder is het geen wonder dat dit stel geniet van hun raampartij op het zuiden. “We zitten graag op deze bank”, aldus Arianne.

Gewoon doen
Tips voor het verbouwen van zo’n uniek bouwwerk hebben de twee stellen wel. “Als je zoiets unieks tegen komt, moet je het pakken”, adviseert Jannali. Ook Arianne kan dat beamen. “Met zo’n project moet je gewoon aan de slag. Je moet door alles heen kijken en een beetje visie hebben. En bovenal: laat het bouwwerk in zijn waarde.”

Fotografie: Onno Kemperman | Tekst: José de Jong