Knus wonen in een landgoed
Bij een landgoed zoals dat we kennen uit kostuumseries, denk je niet snel aan huiselijk. Prachtige plafonds, grote woonoppervlakken en statige stijlkamers roepen het woord knus niet snel op. Toch is dat precies wat jonkvrouw Catharina Groeninx van Zoelen binnen probeert te halen op haar Huys ten Donck in Ridderkerk.
“Wat ons buitenhuis onderscheid van andere landhuizen, is dat het nog steeds functioneert als woonhuis,” vertelt de huidige gastvrouw. “Als gezin dat hier nu in hoofdgebouw woont, zijn wij nog steeds de familie die Het Huys ooit heeft laten bouwen. Niet elke ruimte gebruiken we op dagelijkse basis. Desalniettemin is het, naast een Rijksmonument dat opengesteld is voor rondleidingen, vergaderingen, evenementen en als film- en fotolocatie, ook een privéwoning. Nergens staat een rood afzetkoord dat letterlijk afstand schept tussen bezoekers en het landhuis. Wat wij verhuren zijn niet zalen maar een huis,” vertelt Catharina. “We proberen altijd een verwelkomende ambiance te creëren. Verse bloemen en aangestoken kaarsen geven net die persoonlijke touch. Doordat het hier altijd lekker warm is proberen we gastvrij te zijn,” besluit ze.
Geërfde stijl of eigen smaak
In het Britse televisieserie Downton Abbey zegt de adellijke Lady Mary tegen haar verloofde, een ‘self made man’: “Jouw soort koopt meubels, mijn soort erft ze.” Ook Het Huys ten Donck ademt de historie van vorige generaties. Toch verandert hier wel eens iets in de inrichting, net als in elk Nederlands huishouden. Soms voor het goede, en soms met een wat minder mooi resultaat. “De kaptafel in de logeerkamer is speciaal voor mijn grootmoeder gemaakt, in de stijl van de kast die hier al stond. Maar vroeger werden er ook wel eens meubels – tijdelijk – opgeslagen in een bijgebouw en dat heeft ze niet goed gedaan,” weet de jonkvrouw te vertellen.
Een specifieke favoriete plek heeft Catharina niet. “Dat zou tekort doen aan al het andere dat Het Huys ten Donck te bieden heeft. Elk object en iedere ruimte spreekt aan, heeft iets. De eetkamer bijvoorbeeld vind ik erg bijzonder door de openslaande deuren naar buiten. Op het juiste moment zie je de koeien grazen, die maken heel gewoontegetrouw een vast rondje. Je kunt precies zien hoe laat het is.” Een ruimte die haar ook aanspreekt is haar grootvaders oude schrijfkamer. “Ik zie mijn vader er nog staan, leunend tegen de schouw met een sigaar in de hand en orerend in deze herenkamer. Voor mij is het een knus vertrek met een bank waar je nooit meer uit wil en kan komen.” Maar als hart van een huis is de keuken ook zeker een favoriet. “Het oude fornuis dat zowel functioneel als decoratief is heeft letterlijk een warm plekje. Als het ’s winters ècht koud is, wanneer het zo’n 10 graden vriest en het huis ‘tot op het bot verkleumd’ is, fungeert het fornuis als een convectieverwarming. Dan warm je lekker op in de keuken.”
Klaar voor de toekomst
In het 270 jaar oude huis staan tradities en vakmanschap centraal. “Ambachtslieden kwamen overal vandaan”, weet Catharina te vertellen. “Het stucwerk is bijvoorbeeld aangebracht door rondreizende Italianen. Het houtsnijwerk is door Rotterdammers en Dordtenaren uitgevoerd. Het verlichtingsplan is bedacht door een fransman die ook Versailles van licht voorzien heeft, met als motto dat dames het mooist zijn bij kaarslicht.” En die verlichting brengt wel eens hoofdbrekers. “Omdat we willen verduurzamen, zijn we bezig de verlichting te veranderen naar het milieuvriendelijke LED. Tegelijkertijd willen we niet afdoen aan authenticiteit. In één van de nissen, met daarin een originele watertap, zijn we nu aan het experimenteren met deze energiezuinige verlichting. Maar het witte stucwerk vraagt weer andere verlichting dan bijvoorbeeld onze schilderijen.”
Verduurzamen en het behouden van historie voor volgende generaties vormen een paar pijlers van Catharina’s werk. “Door de verlichting energiezuiniger te maken, de leidingen te vervangen en te kijken naar alternatieve vormen van energie hopen we ons huis voor de volgende generaties te bewaren. Daarnaast willen we het landgoed naar een hoger niveau tillen. Wat veel mensen zich niet beseffen, is dat het gebied aan de andere kant van de Ringdijk ook bij Het Huys ten Donck hoort. Buitendijks, aan de Nieuwe Maas, ligt het Donckse Haventje dat de familie gebruikte om ’s zomers met meubilair en al te verhuizen naar dit buitenhuis. Deze privéhaven willen we door middel van de ‘Vrienden van Het Huys ten Donck’ in oude luister herstellen. Zo kunnen we het landgoed meer tot leven brengen.” Ook een speelhuisje dat gebouwd is als kleine boerenwoning verdient speciale aandacht. “We willen het restaureren en echt openstellen zodat je er als het ware in kan kijken. Dan kun je de buitenplaats beleven.”
Het tot leven brengen is een centraal thema in het werk van de Stichting. “Uiteindelijk is Het Huys van maatschappelijk belangrijk. Leden van de familie Groeninx van Zoelen maken deel uit van de vaderlandse geschiedenis. Of dat nu vredesonderhandelingen zijn, betrokkenheid bij juridische wetgeving of deel uit maken van de VOC, uiteindelijk heeft iedereen wel iets te maken met de historie van Het Huys. De vaderlandse geschiedenis is af te lezen in alles hier en dat willen wij voor de toekomst behouden.”
Tekst: José de Jong Mediaproducties
Foto: Onno Kemperman, Visualis
Dit artikel werd gepubliceerd in Woon in Style, uitgave najaar 2018